De Stadshaas
’s Ochtends vroeg dwarrelt hij voor me uit
Hij leidt me dwars door de wijk
De stadshaas is een vrolijk hopsende guit
Hij toont me zijn achterwerk en kijk:
een blik achterom of ik nog wel volg
En ja ik moet wel achter hem aan
Iets van oorzaak en gevolg
Kijk ‘m toch eens gaan
De stadshaas heeft geen haast
Hij kent de wijk en deze straten als geen ander
Hij loopt rond als is hij hier de baas
Wij kennen elkaar of is het elkander
De stadshaas en ik
We zien elkaar wel weer!