Jas van mij
jij jas om in te wonen
elke dag droeg ik je
behalve als je weg was
om je te laten stomen
Van spijker was je gemaakt
je was zwart met een groene kraag
alleen werd je jammer genoeg gekraakt
Moest ik naar huis zonder mijn favoriete shell
door de regen en kou
wat een hel
Ik miste je zachte binnenkant
unieke kleuren en mooie vormen
en dat doe ik nog elke dag
Gestolen
gewoon omdat het kon
niet omdat het mag
jij die altijd scheen in de zon
waar ben je gebleven
in wiens kast hang je
of ben je allang gegooid
op de vuilnisbelt van het leven
lig je bij het leger des heils
of ben je nu een poetsdoek
of ben je nu die zwabber in de hoek
waar ben je gebleven?
Zoals jij vind ik er nooit weer een
jij die voorgoed verdween