Winteringen

Winteringen

Winteringen

Een wit kleed bedekt de wereld,
geluiden gedempt.
Een zachte en kleurloze hemel,
zo onbestemd.

Een zacht suizend knisperen dringt door,
witte vlokken vallen op je jas.
Vormen een witte laag als as,
smeltende sneeuw bereikt je oor.

Een zwarte schaduw zorgt voor contrast
en wiekt door je beeld.
Het plaatje past in het geheel,
als de schaduw luguber krast.

Een witte stilte met een grote pracht,
een witte ruis die sterker wordt zonder kracht,
nooit overheerst, geen macht.

Bomen voelen topzwaar,
takken buigen onder de witte last.
Een zonnetje kiekt boven de horizon zowaar,
is als water dat over de akkers plast.

Witte schoonheid vormt echter al snel
bruine blub en drabber.
Van die zooi, je kent het wel,
die moet opgeruimd door dooi en zwabber.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *