Elfstedenroeimarathon 2010

Elfsteden roeimarathon

Elfsteden roeimarathon

Al tijden lang vraag ik me af of de Friese elf steden echte steden zijn. Na wat googelen is het antwoord snel gevonden:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Friese_elf_steden

Toch maar weer het bewijs dat grootte niet bepaalt of je een stad bent of niet en dat is maar goed ook want anders was het vermoedelijk de elf gehuchten of elf dorpentocht geworden en dat klinkt toch heel wat minder.

Naast het schaatsen en fietsen kan je de elfstedentocht ook roeien. En ja, ik heb me er jaren van afzijdig weten te houden maar mijn huidige roeimaat Helmer wist mij toch zover te krijgen om mee te doen. “En waarom ook niet”,  zullen sommigen zich afvragen? Dat heeft natuurlijk een reden zoals alles in het leven een reden heeft. Ik heb namelijk een broertje dood aan ´s nachts wakker blijven. ´s Nachts lig ik namelijk het liefst in een bed om te slapen. En ook de langdurige voorbereidingen spreken me niet zo aan. Maar goed, sommige dingen in het leven moet je gewoon doen.

Dus ja, de beslissing was genomen en we begonnen met een mooi clubje roeiers. Trainen, trainen en nog eens trainen. Tempo 24 a 26 in een C2 met stuur. Dat valt toch best wel tegen als je de laatste jaren niet zoveel in C-materiaal meer hebt geroeid. Maar tegelijkertijd levert het de overtuiging op dat roeien in een C-boot veel plezier kan opleveren en brengt het het gevoel terug dat je had toen je ooit aan het roeien begon.

Na een aantal weken trainen was het dan zover. De vrijdag na Hemelvaart was het tijd om ons in te schepen. We waren goed voorbereid en alle spullen lagen klaar (dachten we…). De bus was gehuurd en was ook een camper geregeld. Bemanningslid Een van de bemanningsleden en  onze stuur  ”Pluis” moesten nog van het station worden gehaald. De stuur ging vlot want zij kwam aan op hetzelfde moment als wij met de bus in Leeuwarden arriveerden. Een tijdje later was ook het bemanningslid op het  station Leeuwarden gearriveerd. Wij gingen hem ophalen. Tijdens het wachten op het station zag Jan een elfstedenposter hangen bij de plaatselijke friseur. Jan naar binnen, er volgde wat overleg met de kapper en die had schijnbaar geen bezwaar want Jan begon aan de poster op het raam te trekken. Een plaatselijke bekendheid (die nodig aan een kapbeurt toe was) ging een gesprek aan met Jan en even vreesden wij voor het alsnog niet doorgaan van Jan zijn poster-actie maar niets was minder waar. Even later konden we weer op weg en tijdens de terugrit ontvingen we telefoon van de teamcaptain:  ’Waar blijven jullie? En hoe zit het met de tie-rips, de boot wordt zo gekeurd en we hebben ze nodig!”. Oeps, we hadden ze al gehaald bij de Praxis maar hadden niet begrepen dat het al zo laat was. Gelukkig kwam alles nog op tijd doordat Jan nog even een laatste sprintje trok naar de boot.

Het werd tijd voor de maaltijd. Meester improvisatie keukenprins Henk was al druk in de weer met potten en pannen. Het beloofde een eenvoudige, doch voedzame  maaltijd van meervoudige koolhydraten met wat vet en eiwitten te worden (oftewel pasta met saus en vlees en voor de liefhebber ook zonder vlees). Het eten smaakte heerlijk, want we waren ondertussen al zo’n beetje een dag onderweg zonder ook maar een meter te hebben geroeid.

De boot kon het water in en Arie en Niels zouden het spits afbijten door de proloog te varen. Zoals altijd duurde het wachten voor de start gevoelsmatig een eeuwigheid. En vervolgens konden na lang wachten Germ en Aart de eerste etappe aanvangen en wij met bus en camper de achtervolging inzetten. Nu klinkt dat voor u als lezer misschien wat overdreven, de achtervolging, maar niets is minder waar. Ik begrijp nu waarom iedereen in Fryslân een boot heeft. Friesland heeft meer sloten en vaarten dan wegen. Je bent over de weg gewoon twee keer langer onderweg. Hier en daar moest er dus goed doorgereden worden om ervoor te zorgen dat we voordat de boot er was, wij er ook waren. Dat lukte gelukkig elke keer en meestal moesten we ook dan wachten maar op de een of andere manier was dat minder erg dan bij de start.

En eindelijk was het dan zover. Naamgenoot Henk en ik (met wie ik daarvoor nog nooit in de Nordhorn had geroeid,) konden van start. Het was al goed donker en er was geen maan te bekennen die ons wat bij kon lichten. En na een half uurtje kwamen we in een lekker ritme. En nu pas begreep ik een van de bekoringen van het roeien van de elfstedenroeimarathon. Naast het gorgelen van onze boot, het gesas van onze riemen en de stuur die zo nu en dan gedempt haar commando’s gaf, was het stil, stil, stil (zelfs die drie woorden kunnen niet beschrijven hoe stil het was). Zelfs alle vogels en insecten hielden zich stil, zo stil! Heerlijk als je dan achter de boot lichtjes over het water ziet deinen van andere boten die niet dichterbij komen. Dat betekent dat je de anderen op afstand houdt. Want ondanks de stilte moest er wel stevig geroeid worden, we roeiden dit jaar immers niet de toertocht (maar ook bij de toertocht moet je trouwens flink aan de bak). Maar ook bij een stevige krachtsinspanning kan er genoten worden. En dat deden we met volle teugen. En och, er waren ook mindere dingen. Een botsing met de kant in volle mist, mensen op vlotten die het leuk vinden om je te verblinden met tl-, led- en andere felle lampen en de nachtvisie van jou als roeier en de stuur verpesten en die het leuk vinden als je vervolgens ergens tegenaan vaart…

Na twee donkere etappes en de nodige ritjes in bus en camper werd het dan zoals dat gaat ook weer langzaamaan dag. Een dag met smalle slootjes, vaarten, en meren. Best wel vermoeiend want het is moeilijk om met veel bochten en brugjes in een ritme te komen. Henk en ik waren dan ook blij dat wij onze vierde (en laatste) etappe weer over een gewone (min of meer) rechte vaart konden vervolgen. We waren alleen niet zo blij met de wind tegen. Op een gegeven moment kwam er een bochtje en toen konden we even bijkomen. Dat leek fijn maar was alleen maar storend want even daarna kregen we de wind weer vol op kop. Maar goed, we wisten de boot zo goed als mogelijk op snelheid te houden en de concurrentie achter ons te houden. Pluis vertelde ons dat we helemaal ‘dood’ mochten gaan deze laatste etappe en de gedachte dat als je er niet meer bent, dat er dan ook geen pijn en vermoeidheid meer is, hielp me er doorheen. Henk en ik gaven alles wat we hadden en helaas waren we door dat alles net iets voor de finish heen. Gelukkig werden we op dat moment gesteund door het geroep en geschreeuw aan de kant en bleek dat we nog maar enkele meters hoefden. Bij het uitstappen schoot de kramp me in de kuit en dus kon ik even niet staan maar achter mij was er al weer gewisseld want ja, er kon natuurlijk niet gewacht worden, de race ging door!

Bij de eerstvolgende wissel stond ik klaar met de pikhaak want niet roeien betekent natuurlijk helpen maar toen tot twee keer toe de kramp in mijn rectus femoris schoot en ik dus niet kon blijven staan. Snel schoot er iemand te hulp om mijn plaats in te nemen. Later in de bus besloten mijn hamstrings ook nog even acte de presence te geven. De paar volgende wissels besloot ik me maar even afzijdig te houden. Aan een figuur met kramp heb je op dat moment niks. Na wat auto-massage (whatever that may be…) werd het echter al snel weer beter en verdween ook de spierpijn uit mijn kuiten. Eindelijk kwamen we weer in de buurt van Leeuwarden en de vermoeidheid begon bij iedereen behoorlijk toe te slaan. Na een laatste, heroïsche etappe van Arie en Niels, waarbij zij een Duitse ploeg uit Karlsruhe, die bij de wissel nog voor lag, eindelijk achter ons kon konden laten, was het eind dan in zicht. 19 uur en nog wat minuten (who cares) en een negende plek in het totaalklassement was het resultaat. Een heerlijke, verdiende barbecue en het elfstedenkruisje lagen op ons te wachten.

© Henk Kremer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *